20 juli 2008

Toespraak van de koning ter gelegenheid van de Nationale Feestdag

Dames en Heren,

Het is nu bijna 15 jaar geleden dat koning Boudewijn ons heeft verlaten, maar nog altijd blijft hij sterk aanwezig in de gedachtenis van onze medeburgers.

Zoals u weet, kent ons land ernstige politieke moeilijkheden. Niettemin sta ik erop eraan te herinneren dat moeilijkheden en crisissen aanleiding kunnen geven tot heropleven en tot bedaren. De scheiding der geesten is geen fataliteit. Eenheid en verdraagzaamheid, met eerbied voor de identiteit van elke gefedereerde entiteit, zijn de enige uitweg in onze democratische samenleving. In ons land moeten wij nieuwe vormen van samenleven bedenken.

Ik wens me echter niet verder te verdiepen in de institutionele moeilijkheden van het heden, maar enkele thema’s aan te halen die koning Boudewijn na aan het hart lagen, om samen met u, na te gaan welke ontwikkeling ze de jongste 15 jaar doormaakten, en wat er nog dient gerealiseerd.

Mijn broer was zeer verknocht aan de fundamentele waarden van onze samenleving, in het bijzonder aan gerechtigheid, aan solidariteit met de zwaksten, en aan respect voor elke persoon.

Hij was met name bekommerd om de armoede. Deze heeft nieuwe vormen aangenomen en treft thans meer jongeren en eenoudergezinnen. Ze is ook nog altijd verbreid onder de bejaarden. Onderzoek door de Federale Overheidsdienst Economie toont aan dat in België één persoon op zeven, of 14,7 procent van de bevolking, als arm kan worden beschouwd. Dit betekent heel concreet dat bij ons ongeveer een miljoen vijfhonderdduizend personen armoedig leven. Het betreft alleenstaanden met een inkomen van minder dan 860 euro per maand, en gezinnen van twee volwassenen en twee kinderen met een maandelijks inkomen van minder dan 1.805 euro. Dit percentage ligt hoger dan in onze buurlanden, en onze inspanningen om het significant te verlagen moeten we volhardend doorzetten. Immers, worden we niet onder de meest welvarende landen op deze planeet gerekend?

Armoede kent vele oorzaken, maar onderwijs, beroepsvorming, werkgelegenheid, en sociale huisvesting zijn bevoorrechte middelen om ze te bestrijden.

Bovendien blijven sommige ernstige misdrijven, helaas, droevig actueel. Zo, bijvoorbeeld, veroorzaakt de mensenhandel nog altijd bittere ellende onder de zwaksten. Het fenomeen wijkt niet, ondanks onze wettelijke bepalingen. Een recente studie van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding toont aan dat de vormen van mensenhandel veranderen, veelzijdiger worden, en dat de slachtoffers, voor een deel, uit verschillende landen afkomstig zijn. Al is het verschijnsel wellicht minder opvallend, het bestrijden ervan moet opnieuw een prioriteit worden.

Een ander groot leed, waarover te weinig wordt gesproken, treft kwetsbare jongeren. Vooreerst is daar het geweld tegen henzelf. Het aantal zelfdodingen bij jongeren blijft in ons land vrij hoog. Een beleid met het oog op preventie, en luisterbereidheid naar jongeren in moeilijkheden, verdient te worden gestimuleerd. Recente gegevens van preventiecentra in ons land tonen aan dat 1 op de 10 teenagers zich al verminkt heeft of zelfmoord trachtte te plegen. Daarenboven is geweldpleging van jongeren tegen andere personen ook toegenomen, en dat is een teken van onbehagen bij een gedeelte van onze samenleving. Ook hier dient een preventiebeleid, gestoeld op eerbied voor elke persoon, versterkt te worden. Maar het spreekt vanzelf dat de overheid haar werk zal doen als, niettegenstaande alles, geweld toch voorkomt, en die jongeren zullen dan op een gepaste wijze worden begeleid.

Koning Boudewijn pleitte ook vurig voor de eenheid en de cohesie van het land, in volle respect voor zijn verscheidenheid. Hij was overtuigd dat het multiculturele karakter van ons land, een troef en een rijkdom is.

Tijdens zijn laatste toespraak in juli 1993 riep hij op, blijk te geven, en ik citeer: “van verzoeningsgezindheid, van goede wil, van verdraagzaamheid en van federale burgerzin”. Hij vroeg om, en ik citeer opnieuw: “samen werk te willen maken van de andere problemen waarmee wij te kampen hebben. Ik denk aan de tewerkstelling, de veiligheid, het onderwijs, de Europese eenmaking”. Einde citaat.

Natuurlijk blijven die uitspraken heel actueel, en ik nodig iedereen uit ze te overwegen in dit Europees jaar van interculturele dialoog.

Ten slotte was mijn broer zeer bezorgd voor de groeiende kloof tussen rijke en arme landen. Is het nodig eraan te herinneren dat vandaag nog, minder dan 20 procent van de bevolking van deze aarde over meer dan 80 procent van het wereldinkomen beschikt. Eerlijk delen is een plicht van solidariteit die we verder moeten ontwikkelen en versterken.

De klimaatverandering, waarvoor het noordelijk halfrond hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid draagt, versterkt verder die ongelijkheid, en de voedselcrisis verhoogt nog de moeilijkheden van talrijke landen.

Met de toestand in Afrika, in Centraal-Afrika in het bijzonder, moeten we verder begaan zijn. De menselijke drama’s die zich daar afspelen, inzonderheid de ontelbare tragedies die vrouwen en meisjes treffen mogen ons zeker niet onverschillig laten.

Om te besluiten hecht ik eraan hulde te brengen aan koningin Fabiola die onlangs haar 80e verjaardag vierde. In ons aller naam wil ik haar danken voor wat zij aan de zijde van Koning Boudewijn gedurende meer dan 30 jaar is geweest, en ook voor alles wat zij nu nog doet.

Bij het herinneren aan deze thema’s die koning Boudewijn bijzonder ter harte gingen, moet men wel toegeven dat de toestanden waarin hij destijds zoveel energie heeft gestoken nu gedeeltelijk gewijzigd zijn, maar dat de fundamentele uitdagingen zijn gebleven. Als ik dit onderstreep, is het omdat ieder van ons ertoe kan bijdragen onze samenleving nog rechtvaardiger en meer solidair uit te bouwen.

Dit is de wens van de koningin, van mezelf en van gans onze familie op onze nationale feestdag.

Albert II, koning van België

19 juli 2008

Geef elke Belg een zoen, zoals de Walen doen!

Heel wat Vlamingen en Walen houden zielsveel van elkaar!

Geef elke Belg een zoen, da's de universele taal van de liefde.



Afspraak:
Overal in België of in het buitenland, waar je maar zin hebt.
In het Staf Versluyscentrum en omgeving, Bredene vanaf 14u.
(WWF-België zal hier een grote klimaatactie houden!)

* Geïnspireerd op Ik zie je graag en Gratis knuffels!

11 juli 2008

Vlaamse kermis

Het moet op het einde van de derde kleuterklas geweest zijn, toen ik voor het eerst het woord 'Vlaams' hoorde, in de samenstelling 'Vlaamse kermis'. Ik had toen nog geen benul of je dat woord met een hoofdletter moest schrijven. Ach nee, ik kon toen nog niet schrijven.

Maar ik had wel het idee dat 'Vlaams' iets leuks moest zijn. De onderwijzers van onze lagere school organiseerden een 'Vlaamse kermis'. Wat waren dat toffe spelletjes! Je mocht overal aanzitten en er waren prijzen te winnen. Je hoefde niet meteen ergens goed in te zijn. Het was een reuze sociaal gebeuren. Iedereen kon je tegenstander zijn, maar dat ervaarde je niet zo: iedereen was je speelmakker. Het was een feest!

'Vlaams' werd voor mij synoniem voor 'vrolijk en gezellig' dat in mijn kindergeest beelden opriep als 'vrolijke vrienden', 'volksdansen' enzomeer. Dat het ook nog een 'identiteit' kon zijn die over jezelf kon gaan, daar had ik geen enkel idee van. Later hoorde ik vertellen over de Vlaamse leeuw. Dat had iets te maken met 1302, putje Middeleeuwen dus, de tijd van graven en ridders en natuurlijk ook prinsen en prinsessen. Hoewel er al meer bloedvergieten aan te pas kwam, bleef 'Vlaams' iets dromerig en romantisch.

Pas later begreep ik dat Limburg in die tijd niet eens tot het graafschap Vlaanderen behoorde, maar gelukkig ontdekte ik dat de Limburgers een eigen volkslied hebben. Het gaat over bronsgroen eikenhout en de brede stroom der Maas. Het was in dezelfde periode dat het resterende groene landschap terecht veel aandacht kreeg, dus dan ben je als tiener toch wel fier dat jouw provincie de meeste 'bossen van Vlaanderen' heeft.

Media

Het hing toen allemaal wat in het ijle. 'Vlaams' was toen nog geen verplichting. Het algemeen beschaafd Nederlands, later netjes ingekort tot algemeen Nederlands, zette de toon. 'Vlaams' was in de jaren tachtig een dialect. Sommige Nederlanders noemden het lacherig het 'algemeen Belgisch Nederlands'. In 1991 kreeg de BRT een extra letter: BRTN. Op 1 januari 1998 werd het VRT. Toch werd er in 2003 vijftig jaar televisie gevierd. Televisie is televisie, wat is het verschil?

Met VRT kreeg ik in 1998 toch een vermoeden van een Vlaamse identiteit. De RTBF behield immers haar naam. Er is in België een Vlaamse en een francofone identiteit. Een Waalse identiteit komt minder tot uiting. Wat dan nog? Er is een logische verklaring voor: de francofone gemeenschap is wereldwijd veel hechter dan de nederlandstalige. Vlamingen en Nederlanders lachen met elkaars taalverschillen. Vergeet niet dat België in 1830 ontstaan is na een conflict met de Nederlanders. Katholieken en liberalen streden toen samen tegen het beleid van Willem I. 178 jaar later zitten Vlaamse katholieken en liberalen samen in een regering en strijden ze tegen de Walen of tegen de franstaligen, het is niet duidelijk.

Politiek

Na het Vlaams Blok en de Volkunie, was de VLD in 1992 de eerste partij die een 'V' in haar letterwoord wilde om haar 'Vlaamse identiteit' aan te tonen. De N-VA van Geert Bourgeois vond in 2001 dat het nog straffer kon. Op 18 april 2008 kwamen er de Vlaams Progressieven bij, die wilden bewijzen dat er aan de linkerkant van het politieke spectrum ook Vlaamse gevoelens kunnen bestaan.

Er bestaan dus nu verschillende soorten vlaamsigheid. Hoera voor de diversiteit! Maar wie kan mij uitleggen wat de meerwaarde is van een 'Vlaamse identiteit' of een 'Vlaams gevoel'? Ligt het aan mijn leeftijd, maar ik zie eigenlijk weinig verschil tussen een Vlaming en een ander mens. De Gravensteengroep wil ons diets maken dat er ook zoiets is als 'Vlaamse intelligentsia'. What the fuck!? Ik associeer intelligentie met een open geest, een nuchtere en kritische houding. Ik wil niet zeggen dat Vlamingen geen intelligente mensen kunnen zijn, maar zich vastklampen aan een 'Vlaamse identiteit' vind ik enggeestig.

Volgens de 'Vlaamse intelligentsia' van de Gravensteengroep, moet het principe van 'territorialiteit' centraal staan. Hoe enggeestig kan je zijn? Alsof milieuvervuiling stopt aan de grenzen. Alsof de globalisering op Vlaanderen geen vat heeft. Er zijn veel redenen om verbondenheid met de grond belangrijk te vinden, maar om dit te definiëren als 'territorium', vind ik een erg militaristisch taalgebruik. Alsof we Vlaanderen moeten verdedigen tegen marsmannetjes.

Vlaamse kermis

Walen zijn gewone mensen, hoor. Daar is niets mee aan de hand. De franstaligen zijn dan weer een soort van wereldburgers. Omdat hun taalgroep niet de allergrootste is, maar toch een wijde verspreiding kent, hebben ze een onderlinge verbondenheid ontwikkelt die wij nauwelijks kennen met bijvoorbeeld de Zuid-Afrikanen. De politiek van het grootste franstalige land, Frankrijk, heeft daar eigenlijk niets mee te maken. Het is echt iets van hun cultuur. Ik vind dat Vlamingen zich terecht bewust mogen zijn van hun eigen culturele wortels, maar dat heeft met politiek bitter weinig te doen. Eerder met Vlaamse kermis.